Een veilige fiets moet aan een aantal eisen voldoen. Hiervoor zijn wettelijke eisen opgesteld. Deze eisen zijn verschillend voor dag- en nachtfietsen. Een goedgekeurde fiets voor het examen moet voldoen aan de wettelijke eisen van een dagfiets en veilig zijn in gebruik. Download het keuringsformulier hier.
De fietskeuring vindt plaats voorafgaand aan het praktisch Verkeersexamen. Belangrijk is dat leerlingen en hun ouders ruim voor het examen, bijvoorbeeld 4 weken van tevoren, worden geïnformeerd over de eisen aan de fiets. Om te voorkomen dat leerlingen met een onveilige fiets bij het examen verschijnen, is het zinvol om een aantal weken van tevoren al een praktische les op school te besteden aan de fietseisen, eventueel met medewerking van een fietsenmaker of een handige ouder. Kleine reparaties kunnen dan al tijdens de les worden gedaan. Leerlingen weten dan precies wat er nog gerepareerd moet worden, voor ze aan het examen kunnen deelnemen. Het is de verantwoordelijkheid van de school dat alle leerlingen met een goedkeurde fiets deelnemen aan het verkeersexamen.
Kun je alle vragen hieronder met ‘ja’ beantwoorden? De fiets voldoet dan aan de eisen die de wet stelt aan een dagfiets. Je mag met je fiets overdag en bij goed zicht de weg op. Als op 1 van de vragen het antwoord nee is wordt de fiets afgekeurd voor het praktisch Verkeersexamen. De fiets voldoet dan namelijk niet aan de wettelijke verplichtingen voor een dagfiets en/of is niet veilig in het gebruik.
Extra reflectie en verlichting:
Is ook bij al deze vragen ‘ja’ omcirkeld? Dan voldoet de fiets aan de eisen die de wet stelt aan een nachtfiets. Je mag met je fiets ook in het donker en overdag bij slecht zicht de weg op.
1Het stuur zit goed vast |
2De bel is goed te horen |
3De handvatten zitten goed vast aan het stuur |
|
|
|
4De remmen (handremmen, terugtraprem) werken goed |
5De remblokjes zijn niet versleten |
6De banden zijn heel en hebben voldoende profiel |
|
|
|
7De spaken in beide wielen zitten goed vast |
8De trappers zijn voldoende stroef |
9Het zadel zit goed vast |
|
|
|
10Het zadel staat op de juiste hoogte afgesteld |
11De ketting is goed afgesteld, niet te slap, niet te strak |
12Er zit een rode reflector aan de achterkant van de fiets |
|
|
|
13Beide wielen of banden hebben witte of gele reflectoren die een aaneengesloten cirkel vormen |
14Beide trappers hebben gele reflectoren |
|
|
|